"De Nacht - Albrecht Rodenbach"
Op 27 oktober 1856 werd Albrecht Rodenbach (zie zijn officiële voornamen in zijn kwartierstaat !) te Roeselare geboren, meer bepaald op de hoek van de Noordstraat en de huidige Albrecht Rodenbachstraat. Hij was de zoon van wijnhandelaar Julius Rodenbach. Tegenwoordig heeft men het dikwijls over ‘Roeselare – Rodenbachstad’. Hij volgde les aan het Klein Seminarie waar één van leraars Gustaaf Flamen bij hem de Vlaamse gedachte aanwakkerde. Rodenbach had aanleg voor poëzie en letterkunde. In 1875 was hij één van de leidende figuren in de beruchte stooringe op de school. De Vlaamsgezinde poësisklas weigerde Franse liederen op het feest van de Waalse superior van de school te zingen… Hij kreeg ook les van Hugo Verriest. Rodenbach behoorde ook tot de ‘wonderklasse’. Albrecht trok in 1876 naar Leuven om rechten te studeren. Daarnaast bestudeerde hij niet de wetenschappelijke geschiedenis maar legenden en mythen: zijn toneelstuk ‘Gudrun’ uit 1878 is hiervan een mooi voorbeeld. Hij zou nooit herstellen van een val in de vijver van Dikkebus in 1879. Zo overleed hij op 23 juni 1880 in zijn geboortestad op 24-jarige leeftijd. Door zijn dood zou hij uitgroeien tot één van de belangrijkste figuren van de Vlaamse Bewegin. Het standbeeld van Albrecht Rodenbach werd opgericht in 1909. Ontwerper was Jules Lagae, ook een Roeselaarnaar. Rodenbach staat er afgebeeld met een Blauwvoet, verwijzende naar zijn strijdlied dat in 1875 verscheen. Het standbeeld staat op het De Coninckplein, bij velen beter bekend onder de niet officiële naam ‘Het Sint-Amandsplein’. We citeren uit het allereerste nummer van Vlaamse Stam, het nummer 1 van 1965. Toen werd de kwartierstaat gepubliceerd door Michiel De Bruyne. Momenteel wordt door Wilfried Devoldere aan een update gewerkt.
“Met de publikatie van de kwartierstaat van Albrecht Rodenbach beoogt zij een dubbel doel : enerzijds vroegere publikaties genealogisch op punt stellen en aanvullen, anderzijds wijzen op zijn Europese herkomst ! Zijn herkomst en de beroemdheid van de familie Rodenbach werden bij herhaling behandeld door tal van auteurs, o.m. door F. Koller in zijn ≪Annuaire des familles patriciennes de Belgique≫ (Brussel, 1940, dl. I, blz. 59-84) en de medeoprichters van de V.V.F., de heren J. Delbaere (zie Verslagboek over de Alexander Rodenbachfeesten te Rumbeke in 1953) en Lucien Van Acker (zie ≪De Rodenbach’s en de Familie de Geest≫ in Biekorf, 1953). Een, op tal van punten onjuiste kwartierstaat werd gepubliceerd in het welbekende genealogisch tijdschrift ≪ Sibbe ≫ (zie ≪Sibbe≫, 3e jrg., nr. 10, oktober 1943, blz. 294-300), van de hand van Juriaan van Toll, naar gegevens van de Brusselse genealoog J. S. Willems- Le Clerq. Wie een overzichtelijke studie aangaande de familie wil raadplegen, wordt verwezen naar die van Prof. dr. em. Frank Baur in het eerste deel van de Verzamelde Werken van Albrecht Rodenbach (Uitgave Lannoo - Tielt-Den Haag, 1960). De hierna gepubliceerde kwartierstaat is het resultaat van de samenwerking tussen de hogergenoemde heren J. Delbaere en L. Van Acker en de heren D. Cracco en M. Mispelon. Volledig is hij zeker n ie t.... Welke kwartierstaat is dat ? Aanvullende gegevens worden met dank ingewacht bij de dienst Kwartierstaten. Wie nauwkeurig de kwartierstaat Rodenbach nagaat, komt tot de vaststelling dat Albrecht Rodenbach zowel Duitse en Franse als Brabantse en Vlaamse voorouders in zijn kwartieren telt. Een en ander heeft Rodenbach, naast de begaafde dichter van het Germaans geïnspireerde ≪ Gudrun ≫, als tekenaar en schilder gevormd. Zuiderse vurigheid kan evenmin weggedacht bij de geniale strijder voor vrijheid en recht.”
