"De Nacht - Guido Gezelle"
In de ingangsdreef/laan van het Klein Seminarie in de Zuidstraat vind je dit borstbeeld van Guido Gezelle. Het jaar 1980 was een Gezellejaar, toen publiceerde onze ondervoorzitter Johan Roelstraete (tevens voorzitter van het Heraldisch College van Familiekunde Vlaanderen) de kwartierstaat in Vlaamse Stam. We citeren de biografie die hij publiceerde bij deze kwartierstaat: We konden het Gezellejaar 1980 niet beter besluiten dan met het publiceren van de vooroudertafel van onze grote dichter. Al is het dan niet de eerste maal dat de voorouders van Gezelle aan bod komen in Vlaamse Stam. Reeds in 1969 publiceerden we immers de kwartierstaat van Stijn Streuvels in ons tijdschrift (jg. V, p. 424-425). Guido Gezelle was zoals bekend de oom van Franciscus Lateur, zodat Streuvels’ moederlijke voorouders met Gezelles voorouders samenvallen. Wij zijn niet de eersten die ons met Gezelles voorzaten hebben beziggehouden. Heel wat zoekers hebben de kwartierstaat of gedeelten ervan opgezocht. Reeds in 1930 had Prof. Fr. Baur in zijn ≪Uit Gezelle’s leven en werk≫ een beknopte kwartierstaat gepubliceerd. Op p. 14 schreef hij : ≪Werp even een oogslag op den stam, zoo ver als de beschikbare bescheiden het toelaten : en wees nu daarmee overtuigd, dat die stam, zoo uitzonderlijk rijk aan allerhande kunstbegenadigdheid, met heel zijn verleden wortelt in de zuiverste, meest onvermengde landelijkheid, en zover we zien kunnen, in het meest rasechte Westvlamingschap ≫. De heer A. Clabots heeft tijdens de oorlog opzoekingen gedaan m.b.t. Gezelles voorouders. De resultaten werden echter nooit gepubliceerd. Meer diepgaand onderzoek werd door ons verricht voor onze uitgave ≪ De voorouders van Stijn Streuvels ≫, waar we helemaal opnieuw gestart zijn en de voorouders van Streuvels behandeld hebben volgens het systeem van de kwartierstaat. Ook worden de gezinnen er telkens uitgewerkt. Het is meteen de stand van zaken op genealogisch gebied voor beide families in 1971. Robert Lagrain heeft zijn vroegere opzoekingen naar de moeder van de dichter voortgezet en in 1975 verscheen dan bij Lannoo ≪ De moeder van Guido Gezelle ≫, die vooral de vooroudertafel van Monica Devriese grondig bespreekt. Dank zij dit werk is de moederskant van Gezelle goed bestudeerd. Het onderzoek is er trouwens dankbaarder aangezien deze voorouders tot de vooraanstaanden van Wingene en Pittem behoorden, buitenpoorters waren van Kortrijk, zodat het niet aan bronnen ontbreekt. Dit is niet het geval met Gezelles voorouders aan vaderskant. De Gezelles uit Heule behoorden tot de werkende klasse en waren bv. ook geen buitenpoorter van Kortrijk. In het rijke archief van de Heulse heren (R.A.K., Fonds d’Ennetieres) lieten ze praktisch geen sporen na. Ook de parochieregisters van Heule vertonen leemten. Dit kan een verklaring zijn waarom de geboortedata van de kwartieren 16, 18 en 19 niet werden teruggevonden. Wel zijn we erin geslaagd om bv. de familie Quedouche op te zoeken tot in het begin van de 15e eeuw. Ook de families afkomstig uit Roeselare werden reeds aangevuld (zie bv. het familietijdschrift FAMILIA DENYS, jg. 1974). We zijn van plan om ons werk over de voorouders van Streuvels (uitverkocht), te verwerken en opnieuw uit te geven. Aanvullingen en correcties op beide kwartierstaten zijn dan ook in dank aanvaard. Alle inlichtingen in verband met nakomelingen zowel van de voorouders van Streuvels als die van Gezelle zijn welkom.
